Quotes aflevering 7

 

Rita trekt de conclusie: 'Nou, het eten is op. Karakolles hoef je niet te zoeken, want die zijn op. Die Venusschelpjes zijn zowat uitgeroeid geloof ik. En vis wil niet bijten aan de hengel.'

Jeroen heeft nog een idee: 'Een oude indianentruc. Een tonnetje vastgebonden aan het uiteinde van een palm. En dan hopen dat het sap met waardevolle mineralen en suikers zich verzamelt in het potje. Niet geschoten is altijd mis.'
Samen met Kurt haalt hij de oogst op: 'Twee druppels condens.' Kurt: 'maar we kunnen het proberen he.' Jeroen: 'We kunnen ook gewoon op het strand blijven liggen. Misschien dat er dan wel wat gebeurt.' 'Ja, zeker' beaamt Kurt, 'dan verrollen er zandkorrels.'

Rita krijgt tijdens de proef ijsklontjes over zich heen. 'Het lijkt net of er bakstenen vallen!'

Ook Igor staat in het ijs: 'Op een gegeven moment denk je, oh ja, ja, dit is koud. En dan denk je, als ze nu pas hier zijn, dan is het nog een lange weg te gaan.'
Rita: 'Het is pijnlijk dat ze op je vallen, je bent helemaal verdoofd. Het is niet dat ik denk van joepie, ijs.'

Marina waardeert de inzet van Igor tijdens de proef: 'Hij irriteert ons wel, maar hij draagt toch ook wel wat bij. En hij kan ook wat.'

Rita had een slechte nacht. Ze was een poos niet naar de toilet geweest, en die nacht kreeg ze krampen: 'Ik moest echt keinodig naar de wc. Ik voelde me zò klote. Ik kon niet eens huilen, ik was helemaal op. Ik dacht, haal me hier weg, ik stop ermee. Maar goed, dat kan niet, het is midden in de nacht.'
De volgende ochtend brachten haar kampgenoten haar thee en steunden ze haar. 'En vervolgens komt het allerziligste wat je kan meemaken. Ze boden heel lief aan om voor mij een schep te gaan halen en een putje te maken, maar toen heb ik gevraagd of ze alsjeblieft weg wilden gaan en me even alleen te laten, maar dat was te laat. Dus ik heb alles ondergescheten.'
Esmeralda: 'Nog een dag of drie en ik denk dat ik in Dennis zijn klamboe wakker wordt.' Dennis schrikt ervan, en Marina moet daar enorm lachen: 'Je had jezelf moeten zien zo' zegt ze terwijl ze een raar gezicht trekt.

Simone vraagt aan Eva en Sabine: 'Waarom willen vrouwen die thuis twee of drie, of één kind hebben, meedoen aan de Expeditie. Willen ze bewijzen dat ze heel lang zonder hun kinderen kunnen? En dan na 20 dagen erachter komen, nee, ik mis toch mijn gezin? Zet dan door, wees dan een wijf en zeg tsjakka, ik ga tot het eind!'

Marjolein voelt zich niet helemaal op haar gemak: 'Je denkt de hele dag moet ik niet iets doen, als ik nu aan de kant ga zitten lijk ik wel lui, maar aan de andere kant probeer ik toch iedere dag wel te genieten, naar de eilandjes aan de overkant te kijken, en te denken, oh ja, ik ben in Maleisië!'

Op de Eilandraad vraagt Evi aan Rita wat nu het verschil is tussen haar en Sabine: 'Ik denk dat ik de knop makkelijker kan omzetten. Ik heb vannacht een slechte nacht gehad en een slechte ochtend, maar ik heb ook zoiets van, vandaag is een rotdag maar morgen ben ik er weer. Hoe dan ook. Ik probeer me continu positief te focussen, hoe verrot ik me ook voel.'
Sabine blikt terug: 'Ik ben blij dat ik heb meegedaan, ik vond het een speciale ervaring. Ik zijt wel blij he!'

Simone ziet het vertrek van Sabine positief: 'Minder mondjes te voeden.'

Marcel is met Marina op pad: 'De veteranen doen het goed. Wij zijn oud-strijders.'
Hij geeft Marina een groene stengel om te eten, en Marina vindt dat wel lekker: 'Dat is een goede bezigheid. Suck it baby!'

De tot nu toe altijd drukke Igor heeft de rust gevonden: 'Ik leer eindelijk wat genieten is, gewoon niets doen.'

Marjolein en Marina praten over hun positie in de groep. Marjolein: 'Ik heb het gevoel dat ik overal een beetje tussenin sta.' Marina voelt dat ook: 'Ik heb het gevoel dat ik overal een beetje buiten val.' 'Maar ja, jij hebt die ketting, ik niet.' zegt Marjolein. 'Ja, dat is het verschil' beaamt Marina, 'ik denk dat je beter vuur kunt gaan maken.'
Post! 'Verzamel al jullie bezittingen, en verlaat het eiland.' Kamp Zuid juicht. Kurt: 'Het kan niet slechter he! We zijn hier klaar.'
Kamp Noord twijfelt. Marcel: 'Ik vind het niet plezant, dat we weg moeten.' Dennis: 'Let it happen.'
Marjolein: 'Afscheid nemen van je eigen bedje. Ik vond het best lastig.'