Column

Expeditie Huiskamer

Het is zondagavond en ik start, nog onwetend van wat komen gaat, de videoband die zojuist ER heeft opgenomen.

Halverwege de uitzending begint het: ineens voel ik iets kriebelen in mijn rechterneusholte. Heel vervelend, ik probeer er vanaf te komen door mijn neus op te trekken en te bewegen, maar niets helpt. Sterker nog, het kriebelt alleen maar erger. Een lichte paniek overspoelt me nu. 'Rustig blijven, rustig blijven...' spreek ik mezelf toe. Hoe moet ik dit probleem oplossen? Ik kijk naar mijn rechterhand, maar die zit geklemd om een bierflesje die daar ineens gekomen is. Het is dus onmogelijk dus om mijn rechterhand te gebruiken; samen met het hongergevoel bij Kamp Zuid groeit het paniekgevoel nu bij mij.

Als een bliksemslag bij heldere hemel komt de ingeving: 'Mijn linkerhand! Tuurlijk!' Ik kijk naar mijn linkerhand die nu vredig naast de afstandsbediening ligt. Die afstandsbediening heb ik nu toch even niet nodig dus ik kan gelukkig gewoon mijn linkerhand gebruiken. Helemaal aan de andere kant van de kamer zie ik een pakje zakdoekjes liggen, maar ik zit pas net (een half uur) dus ik blijf rustig zitten. Je moet ook in dit soort extreme situaties zuinig met je energie omspringen. Ik peuter dus daarom maar met mijn linkerwijsvinger in mijn rechterneusholte, wat nog bijzonder lastig is, omdat ik ondertussen ook nog wil blijven volgen hoe Marlieke heel galant de kop van een kip afzaagt. Maar de aanhouder wint en ineens haal ik een groot stuk krokante substantie uit mijn neus. Instinctief stop ik het in mijn mond. 'Doe niet zo goor,' hoor ik iemand naast me. Ik weet echter dat ik juist gehandeld heb, die paar proteïnen die vast wel in dat stukje zitten heb ik hard nodig om te overleven.

Maar nog steeds is er iets niet in orde in mijn neus. 'Houdt het dan nooit op?' vraag ik me vertwijfeld af. Er zit nog steeds iets in mijn neus en het lukt me niet met de wijsvinger erbij te komen, maar de ene briljante ingeving volgt de andere op: met mijn pink lukt het wel. Dit keer is het een klein bolletje wat tevoorschijn komt en ik wil het niet eten, want het ziet er uit als een zojuist geslachte kip. Je moet blijven eten, maar er zijn grenzen.

Dan dient het volgende probleem weer aan: het bolletje blijft maar kleven aan mijn vingers. Mijn hersenen werken weer koortsachtig aan de oplossing en wederom lukt het. Gek genoeg heb ik tijdens deze minuten van extreme spanning en stress de tegenwoordigheid van geest bewaard om het flesje bier leeg te drinken. Met het bolletje op het puntje van mijn duim weet ik het uiteindelijk met mijn wijsvinger op toch wel een halve centimeter afstand in het lege flesje te schieten. Vermoeid maar voldaan zak ik nog wat verder onderuit op de bank. Zo moest Zinedine Zidane zich dus gevoeld hebben toen hij het winnende doelpunt in de Champions-Leage finale scoorde?

?Na de wekenlange ontberingen op de eilanden zullen uiteindelijk alleen diegenen overblijven met een ijzersterke wil en overlevingsdrang? ?

Vast wel, maar de echte Robinsons zitten thuis op de bank voor de tv!